CineCrowd een succes

Goed nieuws voor wie crowdfunding een warm hart toedraagt: de Nederlandse website CineCrowd lijkt hard op weg een succes te worden. De twee korte films die bij de lancering in februari de primeur kregen, hebben allebei de eindstreep gehaald: het geambieerde budget (€10.000 voor morgen is alles beter en €2.500 voor ceci n’est pas un reve) was voor de deadline binnen, zij het op de valreep.

Een tweede voltreffer: de eerste gerenommeerde Nederlandse filmmaker heeft zich aangesloten. Houtje-touwtje-filmer Eddy Terstall (simon, vox populi) hoopt €20.000 — de hoogste inzet tot nu toe — in te zamelen voor zijn kortfilm duel, een romantische komedie over een beeldschone vrouw die een onhandige jongen vraagt wat hij voor een nachtje met haar zou betalen. Een passend onderwerp — want hoeveel hebben wij over voor Terstalls film?

Wel €20.000, waarschijnlijk. Als de regisseur zelf ten minste óók bereid is om te investeren. Crowdfunding biedt filmmakers nieuwe perspectieven in tijden van keiharde overheidsbezuinigingen, maar ze moeten wel een tegenprestatie leveren aan hun ‘donateurs’ of ‘co-producenten’. Bijwonen van de première, een dvd of een t-shirt, setbezoek of zelfs een figurantenrol in de film. Zo haalde Floris Parlevliet voor morgen is alles beter €5.000 — de helft van het budget — binnen bij één enkele financier, die in ruil het volledige maakproces van de film mag meemaken.

Maar wat crowdfunders vooral nodig blijken te hebben: tijd, zeeën van tijd. Sabine Lubbe Bakker en Niels van Koevorden, die met behulp van CineCrowd een documentaire willen maken over het pijnlijke einde van België (€3.500 binnen, nog €1.500 te gaan), zoeken bijvoorbeeld voortdurend aandacht in de media. Ze twitteren, emailen en benaderen zelf actief journalisten, wat onder andere resulteerde in een optreden op radiozender Amsterdam FM en een paginagroot artikel in het Vlaamse dagblad De Morgen.

CineCrowd-oprichter Roel van de Weijer zit zelf ondertussen ook niet stil. Hij is in gesprek met een aantal grote partijen over structurele bijdragen aan de filmprojecten op de site, ook weer tegen bepaalde wederdiensten. Zo heeft de gemeente Amsterdam een potje geld beschikbaar gesteld voor filmmakers die de stad als belangrijkste opnamelocatie gebruiken. Het doel laat zich raden: Amsterdam als filmstad steviger op de kaart zetten. Parlevliet kreeg uit dit potje de eerste €2.000.

Het is de vraag of de baten met al deze inspanningen altijd zullen opwegen tegen de kosten. Maar de opdrogende subsidiestromen geven filmmakers weinig keus. En bovendien: het leuren met dikke pakken papier langs fondsen en omroepen kost ook een boel tijd. In dat opzicht lijkt CineCrowd alleen maar voordelen te hebben. Want het publiek vindt een aantrekkelijke teaser wel voldoende om te besluiten om wel of niet in te stappen.

Bron: Filmkrant